Toen ik vorige week met Mark afsprak om een paar keer mee te trainen (zo nu en dan een goede HIIT-training zou wonderen doen voor mijn conditie en die kan ik op het moment goed gebruiken), had ik in de verste verte niet verwacht dat het kwik zou oplopen tot 30 graden. Toevallig zie ik hem de avond voor de training op het dorp en aan zijn gezicht – en de daarmee gepaard gaande geniepige glimlach – te zien, heeft hij niet veel goeds voor me in petto. Al wil hij uiteraard niet zeggen wat. Als vriendin Christy me ‘s ochtends om 09.45 uur komt ophalen, zie ik dat ook zij het ergste vreest.

Desondanks loop ik met mijn bidon met BCAA’tjes in de aanslag vol goede moed Mark z’n pandje binnen. De planning voor vandaag heeft hij op een groot krijtbord geschreven. Ik kijk er snel naar en zie dat zo ongeveer alle spiergroepen aan bod komen. Het is een welkome afwisseling op het vele hardlopen van de laatste tijd en voor de 9 kilometer die ik morgen nog moet rennen is het een goede warming-up.

We starten met een paar rondjes planken langs de Rijn, in de zon. Dat begint goed; we werken aan onze sixpack en kunnen tegelijkertijd een beetje bijkleuren. Naarmate we meer boten met pijnlijk vrolijk zwaaiende mensen voorbij zien varen, begint het ons toch een beetje tegen te staan. ‘Gelukkig‘ zit het er al snel op en gaan we door naar binnen om met de echte training te beginnen. Die is niet mals – en Mark ook niet. Hij gooit er bij elke oefening wat motiverende kreten uit als ‘Ben je al begonnen?‘ en ‘Jij hoeft na afloop niet te douchen als je zo doorgaat!‘.

Tussendoor hebben we even pauze, met andere woorden: acht minuten lang buikspieroefeningen tot je het gevoel hebt dat je middenrif in duizend stukken scheurt. Onze uitvoering blijkt onder die gedachte te lijden. “Wacht even, de tijd staat bij Christy en Milou even stil.” Stond de tijd maar stil, dan had ik nog 50 kg gewogen en vandaag in een croptop over straat gekund.

Als laatste staat er een kleine duck walk op de planning. Freddy Moreira zingt ons op de achtergrond zachtjes toe: ‘Ik wil je zien bewegen, zak naar beneden, zak naar beneden.. ‘ – maar m’n benen kunnen niet meer, dankzij de ruim 225 airsquats van even daarvoor. Heel stiekem probeer ik het mezelf iets makkelijker te maken door minder diep te zakken, maar Mark wil er niets van weten. Ik heb hem aan het begin namelijk gevraagd of hij een paar actiefoto’s voor jullie wil maken, maar “Dan moet er wel iets zijn wat de moeite is om te fotograferen!” Duidelijk. Ik doe nog een laatste poging en troost me met de gedachte dat ik straks eerst lekker met de airco aan in een zeester op bed ga liggen.

Al met al blijkt Mark een goede motivator te zijn, want aan het eind van de training heb ik wel degelijk het gevoel dat ik er alles uit heb gehaald. Een gevoel dat wederom bevestigd wordt als ik later de trap op loop, op weg naar een welverdiende douche.